interview

In de toekomst heeft de balie wél HBO-juristen nodig

Het wemelt in de advocatuur nog niet bepaald van de HBO-juristen. Toch hebben ze van sommige zaken meer kaas gegeten dan Wo’ers. De beroepsopleidingen zetten namelijk zwaar in op Legal Tech. Misschien dat de advocatenkantoren met de inzet van HBO’ers hun kennisdatabanken en CRM-systemen in de toekomst beter leren gebruiken.

Door Linus Hesselink

DAS: Accent in de werving verschoven van WO naar HBO

Jamal el Hannouche is enthousiast over HBO-juristen, zelfs voor ze zijn afgestudeerd. Hij heeft een klein kantoor, met twee advocaten op het gebied van met name familierecht en letselschade, en heeft de afgelopen vier jaar maar liefst drieëndertig student-stagiairs gehad, van wie momenteel één HBO’er als werknemer in dienst is gekomen.

El Hannouche: “De HBO-juristen bevallen goed. Ze zien de stage als minder vrijblijvend. We dachten dat WO’ers meer gemotiveerd zouden zijn, omdat ze vrijwillig voor een stage kiezen, maar generatie Y is veeleisend. Ze vragen: ‘Kan dit niet anders? Kan het voor een kortere periode?’ Inhoudelijk zien we niet veel verschillen: de stagiairs schrijven allemaal conceptadviezen en processtukken, natuurlijk begeleid door een advocaat. Wel zijn HBO’ers wat praktischer. Ze hebben vaak meer groepsopdrachten gedaan, waarbij ze ook databases hebben gebruikt, en bijvoorbeeld Excel. En je wilt klanten praktische adviezen geven en niet verzanden in juridische verhandelingen.”


Tech minded

Ook bij DAS kennen ze HBO-juristen van dichtbij. Woordvoerder Mireille Detrixhe: “Een aantal jaar geleden is het accent in de werving verschoven van WO naar HBO. Per jaar nemen we nu zo’n dertig HBO’ers aan, tegen ruim twintig WO’ers. HBO’ers hebben vaak een praktischer manier van benaderen, ze hebben meer casus in hun studie gehad en kunnen daardoor vaak makkelijker dossiervragen oplossen.”

Maar op advocatenkantoren kom je verder nauwelijks HBO-juristen tegen. Bij rondbellen langs advocatenkantoren krijg je meestal nul op het rekest. Ondanks hun praktische inzetbaarheid en hun lagere (begin)salaris zijn HBO-juristen er dun gezaaid. Nog wel.

Op de Amsterdamse Zuidas is Steven ter Horst ‘head of innovation’ bij Houthoff. Hij heeft vooral te maken met projectmanagement, kennis- en datamanagement en technologie: “Bij het legal project management hadden we twee vacatures voor studenten, in een ondersteunende rol, waarvan er één is vervuld door een HBO-rechtenstudent in zijn laatste jaar. Als ik vooruitkijk, zie ik wél veel kansen voor HBO-juristen met een legal tech-achtergrond, in het projectmanagement en procesondersteuning. Met de verdere ontwikkeling van legal tech zal er waarschijnlijk een keur aan nieuwe posities ontstaan. Bij legal pricing kan het een rol spelen en bij contract analyse en due diligence. In het verzamelen en verwerken van data, de resultaten begrijpelijk weergeven, en ook in het trainen van de algoritmen kan de HBO-jurist een belangrijke rol spelen, omdat ik verwacht dat die meer tech mindend is.”

Heeft hij nu al ervaring met afgestudeerde HBO-juristen? “Nee, ze zitten nog niet in de professional support lawyer functies.”

Hans-Martijn Roos (Legadex).


Potentiële arbeidsmarkt

Legal tech is de toekomst, maar waar moet je het leren? De HBO’s die een rechtenopleiding verzorgen hebben zich aaneengesloten in de ‘Legal Tech Alliantie’, waarin ze hun onderwijsaanbod op het gebied van legal tech proberen te versterken. En voor ontwikkeling van onderwijs in legal tech kende de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) dit voorjaar een ton toe aan Ivar Timmer, onderzoeker bij het lectoraat Legal Management en hoofddocent bij de opleidingen HBO-Rechten en de master Legal Management van de Hogeschool van Amsterdam. Ook de hogescholen Inholland en Leiden zullen meewerken aan de ontwikkeling.

De HBO-jurist wordt dus dé juridische ínformatietechnoloog? Ivar Timmer: “We doen nu al veel aan legal tech-vaardigheden, zoals beslissingsondersteuning, zoeken in databanken, contractsoftware. Dat kom je bij universiteiten niet veel tegen. En de komende drie jaar verdrievoudigen we de onderwijstijd en tijd het aantal studiepunten ervoor. We komen ook met een vak als ‘big data in de rechtspraktijk’, over geavanceerde zoeksoftware voor het doorploegen van documenten, bij due dilligence maar ook bijvoorbeeld voor de afhandeling van WOB-verzoeken.”

De opleiding HBO Rechten begon in 2002, dus de eerste lichtingen verschenen op de arbeidsmarkt toen de crisis inzette. “Dat was het slechtste moment om een nieuwe beroepsgroep op de markt te zetten,” aldus Timmer. Juristen van de universiteit verdrongen elkaar, en ze verdrongen de HBO-juristen. “Voor de advocatuur denk ik dat we nu richting de 600 posities gaan die potentieel geschikt zijn voor HBO-juristen – al worden ze lang niet allemaal door hen ingevuld.”

Tot en met 2016 hebben de HBO’s Rechten een kleine 12.000 alumni afgeleverd. Ongeveer de helft ervan gaat door naar de universiteit, en de meeste pure HBO-juristen belanden in overgrote meerderheid bij gemeenten en andere overheden. Een uitgebreid onderzoek van onder anderen Timmer van voorjaar 2016 schetste de potentiële arbeidsmarkt voor HBO-juristen. Er waren toen 10.000 alumni HBO-rechten. Volgens het onderzoek zouden tussen de 3000 en 5100 alumni bij gemeenten ‘een (zeer) goede kans (…) maken als een vacature nu vrij zou komen’. Bedrijfsleven: 400 – 800, rechtsbijstandsverzekeraars: 100 – 400. Slechts tussen de 300 en 600 alumni zouden een plek moeten kunnen vinden in de advocatuur. Bij 17.000 advocaten laten we zeggen 500 plaatsen voor HBO-juristen – één op de ruim dertig functies die geschikt zouden zijn voor HBO’ers.

‘HBO’ers hebben een voorsprong, maar WO’ers ontwikkelen zich sneller’

Dossiers draaien

Hans-Martijn Roos heeft veel ervaring met beide soorten juristen. Hij is partner bij Legadex, een juridische dienstverlener die de diensten van bedrijfsjuristen of paralegals in projectvorm ter beschikking stelt aan het bedrijfsleven, al dan niet samen met advocatenkantoren. Hun werk heeft altijd juridisch-inhoudelijke aspecten en een werkprocesmatige kant waar steeds moderne software bij komt kijken. Roos is bovendien verantwoordelijk voor een beroepsopleiding voor paralegals, opgezet door Legadex en uitgevoerd samen met onderwijsinstituten.

“We hebben dertig mensen in dienst, voor een derde van oorsprong HBO-juristen, van wie sommigen nog doorstuderen. Het aandeel HBO-juristen neemt bij ons wel toe, en dat begint bij de junioren. Zo’n vijf van onze collega’s zijn senior, tien junior en de rest heeft tussen twee en zes jaar ervaring. Naar mijn idee doen de universiteit en ook het HBO nog te weinig aan legal tech, maar HBO’ers hebben vaak wel een pragmatischer aanpak. Ze zijn goed in informatiemanagement. Ze kunnen snel en goed zoeken in documenten en daar handige software voor gebruiken. Ook kunnen ze goed rapporteren en een stuk samenvatten. Wij merken dat HBO’ers op verschillende niveaus even goed inzetbaar zijn als WO’ers, maar wel met een goede opleiding, liefst ‘on the job’.”

Nationale Nederlanden en ‘executive search consultancy’ firma Legal People blijken bij navraag niet te werken met HBO-juristen. Anders dan YER. Heleen Hox is daar de consultant voor het vakgebied Insurance, waarbij ze onder andere letselschadebehandelaren bemiddelt, “een branche waar WO’ers in het begin nogal moeten schakelen”. Hox: “Ze hebben dan vaak nog weinig werkervaring. Een stage op een advocatenkantoor werkt net even anders – bij een verzekeraar moet je in no time dossiers draaien en daar is in beginsel een pragmatischer insteek vereist. HBO’ers hebben een voorsprong, maar WO’ers ontwikkelen zich vaak sneller en groeien sneller door, waardoor ze vaak eerder zware zaken gaan behandelen. Uiteindelijk trekt het gelijk.”

Ivar Timmer


Kijken in de doos

Dus dat is het beeld: er is in de advocatuur nog nauwelijks plek voor HBO-juristen, minder dan bij sommige andere juridische dienstverleners, mede doordat de (beschikbare) technologie nog niet wordt gebruikt. Dat kan dus veranderen, volgens Ivar Timmer. “Een van de redenen dat die software niet wordt gebruikt is dat de juiste professionals ontbreken, zoals applicatiebeheerders die ook beschikken over juridische kennis en vaardigheden.”

Maar dat vergt wel een andere organisatie. “Een heel groot deel van de balie bestaat uit eenpitters en kleine kantoren die regelmatig op verschillende rechtsgebieden actief zijn. Dit is anno 2019 niet meer de meest efficiënte manier om rechtshulp te organiseren. De Raad voor Rechtsbijstand zou toevoegingen alleen kunnen toewijzen aan kantoren die aantonen dat ze zo efficiënt mogelijk werken, met onder andere differentiatie in werkzaamheden van paralegals. Zo’n omslag zou zeker op weerstand stuiten, maar ik denk dat dat de goede richting is.”

In de zorg is er al veel meer sprake van functiedifferentiatie, daar leidt samenwerking tussen HBO’ers en academici volgens Timmer al tot meer kwaliteit en kosteneffectiviteit. “Ik verwacht dat ook de differentiatie in de juridische sector op termijn zal toenemen, door toenemende inzet van technologie en de noodzaak om de kosten te beheersen.”

Timmer voorziet voor juridische afdelingen een groeiende behoefte aan “legal operations officers, voor de operationele kant van de rechtspraktijk”. En Hans-Martijn Roos noemt onder andere de “legal data analyst – die is nu al hot in Engeland en de VS. De jurist zal niet door een machine worden overgenomen, maar de jurist moet wel leren hoe de machine werkt.”

Dat blijft een taak voor de opleidingen, stelt Roos. “De opleiding zou meer kunnen focussen op wat bij legal tech de onderliggende principes zijn. Bijvoorbeeld: is het al dan niet rule based? Gaat het om een beslisboom? En hoe werken algoritmes en machine learning als het gaat om het distileren van de logica uit een grote hoeveelheid data? Een jurist moet eerst snappen hoe de techniek werkt, moet in het doosje kunnen kijken, kunnen zien wie er wat heeft ingestopt, voor hij er vertrouwen in krijgt dat de techniek hem helpt. Dat vergt praktijkoefening met data. Dan kun je leren dansen met de machine.”