ESSAY

De Stand van de Innovatie

Bert Hokken

is een veelgevraagde adviseur binnen de advocatuur. Hij begeleidt strategiesessies en adviseert bij partnervraagstukken. Eigenaar van /consultant bij Terra Management Search en Terra Legal Search.

Innovatie binnen de advocatuur staat te vaak synoniem aan legal tech. Legal tech gaat veelal gepaard met grote investeringen. Investeringen die meestal te fors zijn voor -kleine en middelgrote kantoren. Middelgrote kantoren kunnen zich daarom met -betrekking tot legal tech beter opstellen als directe volger op het moment dat er -geavanceerde applicaties worden aangeboden. Het in de gaten houden van de markt en wat er mogelijk is, is daarom een must.

Met enige regelmaat wordt de term ‘innovatief legal tech kantoor’ geclaimd door kantoren die een of enkele (vaak simpele) apps ontwikkelen en hier goede sier mee maken. Veelal is niet de app zo enorm innovatief, maar is de verpakking – de pr rondom het live gaan van de app – de aanjager van het succes. In dit artikel wil ik het niet over legal tech hebben, dit is dermate vaak onderwerp in publicaties dat ik hier weinig aan kan toevoegen. Ik ga het hebben over innovatie die ook voor kleine en middelgrote kantoren bereikbaar is. Het gerenommeerde woordenboek Van Dale geeft als uitleg van het woord ‘innovatie‘ niet meer en niet minder dan ‘invoering van een nieuwigheid’. Het hele bedrijf hoeft dus niet op de schop, wel is de innovatie een uithangbord van het kantoor waarop – ook commercieel – steeds wordt ingezet. Twee voorbeelden buiten de advocatuur zijn Tango en Volvo. Tango vond niet het tankstation uit, maar was wel de organisatie die in Nederland het onbemande tankstation introduceerde. Door deze formule wist Tango een mooie positie te winnen binnen de markt van de oliegiganten als Shell, BP, etcetera. Volvo was een automerk met beperkte verkoopcijfers totdat het thema ‘veiligheid’ hét item werd om een Volvo te kopen. Alle communicatie werd en wordt hierop afgestemd. Kleinere en middelgrote advocatenkantoren moeten kijken of er unieke aspecten zijn waardoor ze zich kunnen onderscheiden. Het hoeft niet de dienst te zijn die uniek is, het kan ook ‘de verpakking’ zijn.

Het hoeft niet

de dienst te

zijn die uniek is,

het kan ook

‘de verpakking’ zijn

Een aantal innovatieve voorbeelden die ik bij advocatenkantoren gezien heb, zijn:

  • Veel advocatenkantoren experimenteren al jaren met abonnementen, waarbij cliënten tegen een vast jaarbedrag diensten kunnen afnemen. Veel van deze systemen zijn minder succesvol. Een middelgroot kantoor experimenteerde met een abonnementensysteem specifiek gericht op een beroepsgroep. De brancheorganisatie van deze beroepsgroep werkte hier zelfs aan mee. Het abonnement werd geheel afgestemd op datgene dat de beroepsgroep nodig had. Er zijn vervolgens zeer veel abonnementen afgesloten. Doordat er vanuit de beroepsgroep veel gelijksoortige vragen kwamen, en dit meespeelde in het verlagen van de tijd per zaak, wist men – zoals uit de nacalculatie bleek – mooie financiële resultaten te boeken. Hoewel een brancheoriëntatie niet vernieuwend is en een abonnementensysteem ook niet, is de combinatie van deze twee dit juist wel.


  • Een advocatenkantoor had een redelijk grote incassopraktijk. Incasso-opdrachten zijn voor veel kantoren niet kostendekkend. Dit kantoor besloot deze praktijk volledig te automatiseren, waardoor de kostprijs relatief laag werd. Het kantoor werd volledig ingericht op deze bulkpraktijk en naast advocaten werden er veel HBO-juristen aangetrokken. Juist door het focussen op deze tak van sport en alles te automatiseren wat er te automatiseren valt, wist men goede resultaten – ook financieel – te behalen.


  • Ieder advocatenkantoor heeft een litigationpraktijk. Een kantoor zette zich in de markt als litigationkantoor en zette daarom in – qua kennis en vaardigheden – op het specialisme litigation. Alle (marketing)uitingen zijn ook hierop afgestemd. Litigation was geen nieuw begrip, maar door de profilering – qua kennis, vaardigheden en uitingen – als litigationkantoor, kwam het kantoor in een stroomversnelling qua groei.


  • Meerdere kleine en middelgrote kantoren werken voor verzekeraars tegen zeer minimale voorwaarden, veelal tegen vaste tarieven per zaak. De kostprijs bekijkend was dit vaak verliesgevend en door advocatenkantoren veelal ‘als oefenmateriaal’ gezien voor jonge stagiairs. Om het verlies te beperken, besloot een van de kantoren om de intake van nieuwe verzekeringszaken juist door een ‘oude-wijze-grijze-advocaat’ te laten plaatsvinden. Deze advocaat besprak de zaak met de cliënt en gaf bij kansloze zaken aan dat er beter niet geprocedeerd kon worden. Door de ‘uitstraling’ van de wijze advocaat accepteerde de cliënt dit veelal. Zaken die wel voor een advies of een procedure in aanmerking kwamen, werden met een duidelijk ‘spoorboekje’ van de wijze advocaat aan de jonge stagiaire doorgegeven. Door deze wijze van werken werd het gemiddeld aantal uren per zaak sterk verminderd, waardoor het gemiddeld uurtarief sterk steeg.


  • Drie kantoren in verschillende delen van het land richten zich alle drie op een bepaald marktsegment. Individueel zijn zij te klein om – qua menskracht én qua middelen om in te zetten in de marketing/business development – voldoende slagkracht te tonen om een serieuze partner te worden. Deze drie kantoren gaan in dit marktsegment samenwerken en kunnen hierdoor voldoende commerciële slagkracht ontwikkelen om in deze middelgrote kantoren branche een stevige voet aan de grond te krijgen.

Vijf voorbeelden uit mijn praktijk die volgens velen niet direct onder de term innovatief gevoegd kunnen worden. Naar mijn mening mogen deze vernieuwingen echter wel degelijk onder het hoofdstuk innovatief gerangschikt worden. Innovatief is een woord dat door veel advocaten gelabeld wordt aan de zeer grote kantoren en de grote kantelingen. Maar als we het woord kleiner maken, en misschien wel zoals het ook bedoeld is, is het voor veel meer kantoren haalbaar. Ook voor de kleine en middelgrote kantoren.

In strategiesessies die ik met kantoren houd, zoeken wij dikwijls naar bovenbedoelde innovatie in de dienstverlening. Soms slagen wij in een sessie erin om INNOVATIE echt met hoofdletters te schrijven, waardoor de koers verlegd wordt. Soms lukt dit maar amper, belangrijk vind ik dan dat het kantoor de focus behoudt. De ontwikkeling in de advocatuur gaat door. Niet uit te sluiten is dat over tien jaar een derde van de middelgrote advocatenkantoren geen bestaansrecht meer heeft. De onderkant van de juridische markt verdwijnt voor de advocatuur, nieuwe concurrenten winnen terrein. Met andere woorden: de kleiner wordende taart moet door meer spelers gedeeld worden. En wat brengt legal tech? Geen positief vooruitzicht? Toch kunnen kantoren die hier actief op inspelen ‘toekomstproof’ worden.

Natuurlijk is innovatie een belangrijke factor om als middelgroot kantoor toekomstproof te zijn. Maar staar je hier als kantoor niet op blind. Want naast innovatie is het minstens zo belangrijk om:

  1. een duidelijke marktfocus te ontwikkelen, zodat deze voor het kantoor ook behapbaar is. Schiet niet met hagel, schiet gericht! Schiet niet op iedere gebraden duif;
  2. bij punt 1 de commerciële slagkracht optimaliseren. Plannen maken is mooi, maar doen is nog belangrijker;
  3. voorin het peloton ‘te fietsen’ qua digitale mogelijkheden. Niet in de kopgroep om zelf software te ontwikkelen, maar voorin het peloton om nieuwe applicaties vrij snel te adopteren;
  4. zorg te dragen voor je kapitaal van het kantoor, oftewel zorg dragen voor goed personeel. Zonder goede mensen vaart geen kantoor de goede kant uit. Dit houdt ook in dat je afscheid durft te nemen van mensen die het gevraagde niveau niet halen;
  5. te zorgen dat je een slagvaardig bestuursmodel hebt, met bijbehorende cultuur. Alleen als je kantoor wendbaar is, kun je snel inspelen op datgene wat voorbijkomt.

Ik hoor vaak het argument dat dit niet geldt voor regionale fullservice kantoren. Niets is minder waar, ook voor deze kantoren gelden bovenstaande regels. Wel is het zo dat voor de regionale fullservice kantoren geldt dat de kurk waarop gedreven wordt het middenbedrijf uit de regio is. Dit moet een kantoor niet direct willen afbouwen. Steeds meer aandacht geven aan de gekozen marktfocus is mijn devies.

Het artikel dat ik zou schrijven zou gaan over innovatie bij de middelgrote kantoren. Mijn advies: maak dit niet te groot en focus op de bovengenoemde vijf regels. En … jarenlang adviseerde ik kantoren om strategieplannen te schrijven. Nu probeer ik na -strategiesessies het meerjarenplan te pakken op één A4-tje. Ook innovatief? Misschien niet, maar wel veel doeltreffender.

Innovatie is

volgens Van Dale

niet meer en

niet minder

dan ‘invoering

van een

nieuwigheid’