Een goede advocaat levert risicoanalyse voor de sector waarin de cliënt opereert

Door Wendela Raas,

Nederlands managing partner van Dentons Boekel

Ooit begon ik als stagiair bij een kantoor met minder dan twintig advocaten. Nu ben ik managing partner van de Amsterdamse vestiging van het grootste kantoor ter wereld, en heb ik ruim 9.000 collega’s in vrijwel alle landen ter wereld. Ik heb de nodige smaken advocatuur meegemaakt. Een algemene praktijk en een heel specialistische. Groot en klein. Nationaal en internationaal. Alles heeft leuke kanten.

“ Toen ik mijn carrière begon schreef ik dikke memo’s voor cliënten die mij daarvoor per uur betaalden ”

Het opvallendste verschil tussen toen en nu zit echter niet zozeer in het kantoor zelf. Ik zie een enorme verschuiving in de rol die een advocaat heeft. Een boeiende trend, en alle soorten kantoren doen er goed aan deze trend nauwlettend in de gaten te houden.


De rol van advocaat is een fundamenteel andere dan, zeg, tien jaar geleden. Het bestaansrecht van de advocaat die zichzelf ziet als schatbewaarder van juridische informatie verdwijnt in rap tempo. Advocaten die dit niet onderkennen zijn gedoemd langzaam naar de zijkant van het toneel gedrukt te worden, om uiteindelijk via een zijdeur het podium te verlaten. Of een kantoor nu groot of klein is, nationaal of internationaal, en ongeacht het rechtsgebied: onze rol is niet meer wat het ooit was. Ik juich dat toe.


Vroeger was advocatuur vrij overzichtelijk. Toen ik mijn carrière begon schreef ik dikke memo’s voor cliënten die mij daarvoor per uur betaalden, waarin ik uiteenzette hoe in de jurisprudentie werd gedacht over een bepaald onderwerp.


Ik herinner me nog levendig dat ik iets moest uitzoeken over vergunningen en bomen. Ik meen dat de vraag was of een kapvergunning nodig was voor het uitgraven en verplaatsen van een boom. Of zoiets. Uren en uren heb ik gezocht in de kaartenbakken van de Data Juridica (wie kent ze nog?) naar een relevante uitspraak. Dik memo geschreven. Na de zitting kreeg ik behoorlijk op mijn kop van de partner voor wie ik werkte. Ik had geen relevante uitspraak kunnen vinden, maar de kennelijk net iets ijveriger stagiair van de wederpartij wel: in de jaren ’50 was hier iets relevants over geoordeeld. Ik was niet ver genoeg teruggegaan. Bij elkaar hebben beide partijen enkele dagen aan declarabel werk betaald.

Jarenlang was dit hoe vele advocaten hun rol opvatten. Juridische data ter beschikking stellen aan cliënten die zelf die toegang tot informatie niet hadden. Zo heb ik het vak geleerd. Een lucratief bedrijfsmodel, dat wel. Kantoren verdienden een dik belegde boterham door de uren te verkopen van het leger van stagiairs, die zich door boeken heen werkten met ingewikkeld geschreven uitspraken die voor niet-juristen niet te vinden en niet te begrijpen waren.

Ik heb zojuist voor de aardigheid eens aan Google gevraagd of een kapvergunning nodig is voor het verplaatsen van een boom. In 0,27 seconden kreeg ik 26.219 antwoorden, waarvan de eerste mij al wist te vermelden dat dit inderdaad nodig is.


Commodity

De advocaat als verkoper van juridische informatie is niet meer. Juridische informatie is een ‘commodity’ geworden. Google is de nieuwe beste vriend van de persoon met een juridische vraag. Blogs, vlogs, nieuwsbrieven, scripties, artikelen, webinars, wetten.nl, Rechtspraak.nl: op vele manieren heeft de markt toegang tot de kennis die tot voor kort geleden het ontoegankelijke en exclusieve domein van onze vakgenoten was. Het antwoord op de meeste vragen is online te vinden. Contracten maken is aanzienlijk eenvoudiger geworden door de fors toegenomen beschikbaarheid van heel behoorlijke – en gratis! – standaardmodellen.


Zelfs het procesmonopolie, het echte bastion van de advocatuur, brokkelt af. Geschillencommissies nemen toe in populariteit en voor steeds meer rechtbankprocedures is ook geen verplichte procesvertegenwoordiging meer nodig. Denk aan de steeds verder opgerekte competentiegrens van de sector kanton.

Critici zullen zeggen dat Google niet nauwkeurig is. Dat al die algemene blogs en vlogs onjuist of onvolledig kunnen zijn. Dat de cliënt die zich door tienduizenden zoekresultaten heen werkt belangrijke ontwikkelingen kan missen. Wie garandeert de kwaliteit?

“Duidelijk is dat we anders moeten sturen op zowel het aannamebeleid als op de interne opleiding en begeleiding”

Dat is waar. Maar wat deze critici miskennen is dat 95% zekerheid soms genoeg is. Zeker wanneer het prijskaartje voor die laatste 5% een veelvoud is van de nagenoeg of geheel kosteloos beschikbare informatie. Het hangt af van de situatie, en het belang. En dan heb ik het niet alleen over particulieren of het MKB. Ook voor een general counsel van een multinational kan het direct hebben van een gratis antwoord dat waarschijnlijk goed is, gezien de achterliggende belangen, beter zijn dan het moeten wachten op een duur advies dat nog waarschijnlijker goed is. Natuurlijk blijft er een gedeelte van dit type werk over, in die gevallen waarbij de belangen zodanig zijn dat het tot het laatste procent moet worden uitgezocht. Maar voor de advocatuur neemt dit soort werk sterk af.


We staan nog maar aan de vooravond van deze ontwikkeling. Recent heb ik de resultaten gezien van een groot due diligence onderzoek – een zeer lucratieve business voor vooral grotere Zuidas kantoren. Als testcase was een Amerikaans advocatenkantoor gevraagd een grote hoeveel documenten te onderzoeken op een bepaald risico. Datzelfde onderzoek werd gedaan door een computer. U raadt het al. De computer was niet alleen vele malen sneller, maar ook nog eens aanzienlijk beter en nauwkeuriger. En dat voor een fractie van de prijs.


IJsbeer op een smeltende schots

Dit alles is niet nieuw. We weten het allemaal. Boeken vol zijn geschreven die het einde voorspellen van advocaten.

Wat mij wel opvalt is dat ik nog zo weinig zie veranderen in onze beroepsgroep. Kantoren gaan grotendeels door op de oude voet, wellicht hopend dat het allemaal wel mee zal vallen. ‘Computers zijn heus niet slimmer dan wij’, wordt veelal gedacht. ‘Ons werk is niet vervangbaar’. Ik heb er een hard hoofd in. Traditionele advocatuur, de advocaat als schatbewaarder van juridische informatie is als de spreekwoordelijke ijsbeer op de smeltende ijsschots. Tegen beter weten in wachtend op een nieuwe ijstijd.

Is het erg? Welnee. Ik zie een prachtige toekomst voor de advocatuur. Maar wel voor de kantoren en advocaten die zich aanpassen, en de ontwikkelingen omarmen. Het vergt een nieuwe blik op de rol van de advocaat. Laat juridische kennis gratis beschikbaar zijn. Het recht is van iedereen. Wij moeten daar geen monopolie op willen hebben. Publiceer gratis je modellen, deel knowhow met cliënten. Als een concurrent ermee vandoor gaat: prima. Het gebeurt allemaal toch wel. En het was toch nooit het meest boeiende gedeelte van ons werk.

Onze rol wordt in toenemende mate een andere. De wereld van onze cliënten wordt steeds complexer. Steeds internationaler. Onderhevig aan geopolitieke invloeden. Nieuwe technologieën brengen nieuwe juridische complexiteit met zich mee. Het oerwoud van regelgeving, nieuwe en onbekende risico’s, het overzien van het landschap en de analyse of een cliënt er iets mee moet of niet. Dáár hebben cliënten ons voor nodig. Of het nou om MKB of om multinationals gaat. Om grote of kleine zaken.


Risicoanalyse

De advocaat is geen toegangspoort meer tot juridische kennis: een goede advocaat is de toegangspoort tot een risicoanalyse voor de sector waarin de cliënt opereert. Vroeger stond het kennen van de regels gelijk aan het kennen van de risico’s. In de toekomst is een gedegen sectorkennis, overstijgend aan een specifiek rechtsgebied, en begrip waar de cliënt mee te maken heeft, een voorwaarde om een goed advocaat te zijn. Wat zijn de invloeden van actuele ontwikkelingen op de sector waarbinnen de cliënt actief is? Een onafhankelijk adviseur, die buiten de organisatie van de cliënt staat, en in staat is relevante ontwikkelingen te signaleren en daarover te adviseren: een dergelijke advocaat heeft een enorme meerwaarde.


Een advocaat die wacht tot het grind knerpt is te laat. En op termijn grotendeels overbodig.

Dit alles betekent wel het een en ander voor advocaten en hun kantoren. Ik zie een aantal belangrijke uitdagingen. De beschikking over de juiste legal tech is er daar één van, maar die zal ik hier onbesproken laten. Dat is een – heel boeiend – onderwerp op zich (wel kan ik zeggen dat het boek ‘Blockchain voor Dummies’ deze zomer in mijn vakantiekoffer zat).


Vaardigheden ontwikkelen

Een andere uitdaging is de beschikking over de juiste mensen. De nieuwe advocatuur vraagt meer en andere capaciteiten van onze advocaten. Goede mensen worden nog schaarser dan ze nu al zijn. Een belangrijk element is echter ook hoe we binnen de advocatuur jonge mensen op het juiste niveau gaan krijgen. De ervaren advocaten die in staat zijn het werk te doen dat ik zojuist beschreef, hebben het vak geleerd door jarenlang het eenvoudiger werk te doen en langzaam de juiste vaardigheden te ontwikkelen. Sectorkennis en de noodzakelijke ‘grijze haren’ (overdrachtelijk bedoeld) om de cliënt op het juiste niveau te adviseren heb je nu eenmaal niet in één dag.

Probleem is echter dat het eenvoudiger werk afneemt. Het zal niet volledig verdwijnen, maar als juridische informatie vrij toegankelijk is en technologie het werk overneemt dat nu door jongere advocaten wordt gedaan, dan blijft er minder werk over dat juist zo nodig is voor de ontwikkeling van stagiair tot partner.

De toenemende vraag naar een hoge mate van expertise speel ook op een andere wijze een andere rol. We zien dit al in de praktijk. Er zijn cliënten die niet meer willen betalen voor stagiairs. Een grote niet nader te noemen financiële instelling heeft dit bijvoorbeeld als interne regel ingevoerd. Eén van de beleggers voor wie ik werk ook. Stagiairs mogen best een gedeelte van het werk doen, maar ze mogen niet op de rekening staan. Men wil niet betalen voor de opleiding van juniors. Een ervaren advocaat kan het werk doorgaans sneller en beter doen, is de gedachte.

Het lijkt anno 2018 nog te gaan om uitzonderingen, maar ik zie het vorengaande steeds meer en voorspel zwaar weer voor het huidige businessmodel van advocatenkantoren, dat nog steeds grotendeels is gebaseerd op het leverage model. Zeker als de komende jaren de technologie die ik beschreef steeds gewoner wordt.


“Wat critici miskennen is dat 95% zekerheid soms genoeg is”

“Duidelijk is dat we anders moeten sturen op zowel het aannamebeleid als op de interne opleiding en begeleiding”

Partner only

Er zijn kantoren die hier ver op vooruitlopen. In Amerika bestaan er ‘partners only’ kantoren. Zeer ervaren senior advocaten, met nauwelijks nog leverage. Als ik de verhalen mag geloven zijn deze kantoren uitermate succesvol. Cliënten betalen graag voor de hoge mate aan ervaring en specialistische kennis. De voordelen liggen voor de hand: een efficiënte organisatie (denk ook aan lagere kosten van kantoorhuur) waarbij geen tijd en geld te worden besteed aan het opleiden van jonge advocaten.

U hoort mij niet zeggen dat de gehele advocatuur er zo uit komt te zien. Dat zal wel meevallen. Maar het is wel een relevante trend die wij nauwlettend in de gaten houden. Zelfs als deze trend in beperkte mate doorzet, heeft dat gevolgen voor een gemiddeld Nederlands advocatenkantoor. Hoeveel stagiairs hebben we over een paar jaar eigenlijk nog nodig? En hoe zorgen we dat die stagiairs de juiste ervaring opdoen? Het antwoord op deze vragen vergt een apart essay, maar duidelijk is dat we anders moeten sturen op zowel het aannamebeleid als op de interne opleiding en begeleiding.


Als gezegd, ik vind het allemaal goede ontwikkelingen. Voor de cliënt is het beter, die krijgt een ‘trusted advisor’ die veel dichter op de eigen sector en bedrijfsvoering staat, en die een grote meerwaarde kan hebben voor de organisatie.

Maar ook voor advocaten zelf. Het vak van advocaat wordt er leuker op. Inhoudelijk uitdagender. Tarievendruk voor dit soort werk neemt af. Ik heb ongetwijfeld veel geleerd van het doorakkeren van de kaartenbak van de Data Juridica. Maar hoe leuk was het eigenlijk? Laat één van de legal tech oplossingen dat werk maar overnemen. Ik voel mij veel dichter op de business van mijn cliënten staan dan vroeger. De toegevoegde waarde van goede advocaten neemt weer toe en daarmee de aantrekkelijkheid van het beroep. Ik heb er zin in.

Wendela Raas is Nederlands managing
partner van Dentons Boekel

“Stagiairs mogen best een gedeelte van het werk doen, maar ze mogen niet op de rekening staan”