ACHTERGROND

Secondments:

‘Als je meemaakt hoe de klant
dingen beleeft, word je een
betere advocaat’

Advocaten zitten meestal op hun kantoor. Zelden zien ze nog de rechtszaal van binnen, een enkele keer gaan ze bij klanten op bezoek. Maar sommigen nestelen zich via zogeheten secondments bij hun klanten: tijdelijk, maar intensief. Wat zijn de ervaringen van deze secondees?

Door: Linus Hesselink | Illustratie: Deposit

“Oh, oh, wat was het fijn om bevrijd te zijn van het urenschrijven! Dat was het mooiste van die periode. Als advocaat ben je gewend alles te verantwoorden; in één keer hoefde dat niet meer. Ik moest er weken aan wennen.” Arjen Paardekooper (50, oprichter van Blenheim Advocaten) denkt er met veel plezier aan terug. Al was het geen makkelijke klus: hij was jaren geleden voor een periode van drie maanden legal counsel van de Raad van Bestuur van het inmiddels ter ziele gegane handelshuis Van der Moolen.

“Als stagiaire was ik al eens twee maanden gedetacheerd bij een groot entertainmentbedrijf. Dat was cultureel gezien een mismatch.” Paardekooper moet er nog om lachen. “Want ik kwam er aanzetten in een oldtimer cabrio, met strooien hoed en zomerpak. Daar liepen ze op slippers en in korte broek, en overal werd keiharde housemuziek gedraaid. Maar het was wel een mooie ervaring.” Ook tevreden is Sanne Jeurissen (26, junior associate bij Dentons Boekel). Zij was tweeëneenhalve maand gedetacheerd bij een wereldwijd opererend mijnbouwbedrijf. “Het juridische team had het te druk, daarom was ik er drie dagen in de week, soms iets meer. Het was goed voor de cliënt, maar ook leerzaam voor mezelf. Want je leert de juridische afdeling en andere mensen van het bedrijf kennen. Je leert vooral waar ze behoefte aan hebben: geen ellenlange uiteenzettingen over juridisch-technische dingen maar een hands-on aanpak.” En ook juridisch verbreed je je horizon. Jeurissen: “Binnen Dentons richt ik mij voornamelijk op M&A. Dat is anders als je voor een bedrijf werkt. Dan krijg je te maken met allerhande juridische problemen, er worden je veel verschillende juridische vragen gesteld.”

Rustmomenten

En daar kun je het dan nog behoorlijk druk mee hebben, is de ervaring van Michiel Claassen (42, FIZ Advocaten). Hij was drie keer vele maanden buiten kantoor, zo’n twee dagen per week, bij een grote zorgverzekeraar, een bank en bij een betaalinstelling: “Als advocaat ben je er voor de grotere en complexere problemen, in een bedrijf komen ze met allerhande juridische vragen naar je toe.” Bij alle drie secondments ging het om de speciale voorbereiding op de implementatie van Europese richtlijnen. “Ik merkte dat een bedrijfsjurist het heel druk heeft, bij allerlei besprekingen moet aanschuiven, in een vroeg stadium. Rustmomenten, zodat je ergens een uurtje aan kunt werken, heb je eerder als advocaat.” Astrid Sixma (34, senior associate bij Kennedy Van der Laan) is op het moment twee dagen per week gedetacheerd, bij een internationaal softwarebedrijf en bij een grote internationale food retailer. Vanuit kantoor werkt ze ook nog ongeveer één dag per cliënt. “Ik vind die detachering interessant en dynamisch werk. Je ziet hoe het er intern aan toegaat bij je cliënten. Je leert de mensen ook persoonlijk kennen, en niet alleen de juristen. Je ziet ook hoe de vragen bij de juridische afdeling binnenkomen, hoe het legal management omgaat met management en stakeholders, wat hun risk appetite is. Zo krijg je meer inzicht in wat ze van een advocaat willen, je ziet scherper waarmee je cliënt het best is gediend.”

Overstap?

Geen van de vier denkt aan een overstap, maar iedereen somt de voordelen op voor de advocaat, de klant en het kantoor. Als gedetacheerde advocaat heb je wel de lusten maar niet de lasten, aldus Claassen. “Als buitenstaander hoefde ik niet bij elk overleg te zitten. Interne strubbelingen door bijvoorbeeld een bedrijfsovername raakten mij niet. Terwijl ik wel steeds snel werd opgenomen in het team, en ik ging altijd mee lunchen en naar uitjes van het team.” Je hebt niet de lasten, terwijl je er een betere advocaat van wordt: daarom zou iedere advocaat een keer gedetacheerd moeten zijn. Paardekooper: “Als je meemaakt hoe de klant dingen beleeft, word je een betere advocaat. Als advocaat hebben wij namelijk helemaal geen verstand van het bedrijfsleven.” Sixma staat als secondee bij de ene klant ‘aan de kant van de leverancier, en bij de andere aan de kant van de inkoper’. “Bij het onderhandelen over contracten houdt het me scherp om steeds te wisselen van positie. Je blijft de achterliggende belangen goed zien, en begrijpt ook de andere positie beter.” Het is ook goed voor de klant. Je leert beter adviseren en als je de business, de markt en het product kent, heb je toegevoegde waarde als advocaat. Claassen: “Terwijl de verzekeraar er ook weer wat aan had dat ik als advocaat door een andere bril keek dan de andere juristen, die meestal elders uit de financiële sector kwamen. En als een financiële onderneming een bepaald product wil uitrollen, kan ik beter inschatten hoe een rechter daartegenaan zou kijken.”

Goede verzekering

Paardekooper weet zeker dat detachering voor veel juridisch werk de toekomst is. “Waarom zou een ondernemer bijvoorbeeld voor een overname acht dure advocaten inhuren als die ook één man of vrouw in het bedrijf kan hebben die superervaren is en de hele transactie begeleidt? Dat is goedkoper en die ene zit dichter op het vuur.”

Al heb je natuurlijk bij grote overnames soms teams nodig met specialistische kennis van arbeidsrecht en IE. Paardekooper: “Commercieel gezien is detachering een logisch verlengstuk voor de advocaat. Anders dan bij een zzp-jurist weet de klant dat er achter de advocaat een kantoor staat met een wetenschappelijk bureau, met goede modellen, met veel ervaring en kennis. En met een goede verzekering, dat moet je ook niet vergeten.” Voor het kantoor is het ook voordelig, want niet alleen raakt de klant ‘snel verslaafd aan de gedetacheerde advocaat’, waardoor het aantal uren of dagen al snel wordt uitgebreid. Ook komen er vaak andere juridische kwesties op die dan door het kantoor kunnen worden behandeld: klantenbinding.

Onafhankelijkheid

Zijn er niet ook nadelen? Sinds 2015 vereist de Beleidsregel Detachering van de NOvA tijdelijk ontheffing als de advocaat ‘in het kader van detachering elders kantoor wenst te houden’ (art. 12 lid 4 Adv.w). Aan de ontheffing worden diverse voorwaarden gesteld, onder andere dat ‘de onafhankelijke beroepsuitoefening’ wordt gewaarborgd. Je kunt je voorstellen dat je minder in vrijheid afstand kunt nemen van je klant als je er de hele dag tussen zit. Maar die onafhankelijkheid heeft nog niemand problemen opgeleverd. “Ik heb nog nooit het gevoel gehad dat ik iets deed wat ik niet als onafhankelijk beroepsuitoefenaar zou hebben gedaan,” zegt Sixma. Ook Claassen ziet het probleem niet. “Ik ben vrij om te adviseren, net als vanuit kantoor. Dat ik een buitenstaander ben en blijf, maakt onafhankelijk adviseren juist extra mogelijk. De haken en ogen kun je makkelijker als externe brengen, als advocaat: het spijt me zeer, maar die regel moet je zo en zo uitleggen. En de meeste advocaten zijn toch redelijk eigenwijs, die vinden ergens wat van en zeggen dat ook. Trouwens, bij grotere bedrijven zijn de juridische afdelingen sowieso al wat meer op afstand van de business gepositioneerd.”

Richting geven

Maar je gaat wel op een iets andere manier adviseren, aldus Sixma. “Als advocaat wil je van de hoed en de rand weten, als legal counsel maak je eerder een risico-inschatting. De advisering is pragmatischer, daar moet je als advocaat wel aan wennen. Zonder dat je alles juridisch precies in kaart hebt gebracht, moet je soms richting kunnen geven. Dat moet je wel liggen.” Een keerzijde is natuurlijk wel het aanzienlijk lagere uurtarief. “Je hoort vaak iets van 135 euro, al is de bandbreedte erg groot. Daar staat tegenover dat het aantal uren voor langere tijd is gegarandeerd,” aldus Claassen. In die zin ben je als gedetacheerd advocaat een concurrent van jezelf. “Maar dan moet je wel het hele commerciële plaatje overzien”, zegt Paardekooper. “Dan moet je kijken naar de omzet én de klanttevredenheid én het investeren in je klantrelatie én naar de extra opdrachten die je als spin off binnenhaalt.” Je hebt minder contact met je eigen team, je kunt minder makkelijk academisch sparren over een vraag die opkomt, maar ach, je zit er maar tijdelijk en zelden fulltime. Dus waar wachten advocaten nog op? Misschien is het wel hun redding, althans de redding van het kantoor. In die richting denkt Paardekooper. Met zijn kantoor zet hij onder andere een detacheringstak op, die begin volgend jaar van start moet gaan. In vijf jaar tijd moeten daar zestig gedetacheerde juristen zitten. “Geen advocaten, want nu zijn mensen misschien nog bereid voor een advocaat 200 euro per uur meer te betalen dan voor een ervaren jurist, maar over tien jaar speelt dat verschil niet meer. Er wordt steeds minder geprocedeerd, in het arbeidsrecht is dat nu al zo. En als IBM-computer Watson steeds meer de vermoedelijke uitkomst bij de rechter zal vertellen, waarom zou je dan nog procederen?”