ACHTERGROND
Innovatie in de advocatuur en fiscaliteit:
goede mindset, maar weinig daden
‘In Nederland
is -gemiddeld
meer
kennis van
beschikbare
technologieën’
In hoeverre zijn Nederlandse advocaten en elastingadviseurs klaar voor de wereld van morgen? Met het besef van de noodzaak tot -innovatie zit het wel goed, zeker in vergelijking met hun Franse en Spaanse -collega’s. Maar daadwerkelijk tot actie overgaan gebeurt nog -onvoldoende, zo blijkt uit de eerste European Legal and Tax Innovation Study die Sdu recent heeft uitgevoerd. Sander de Groot, CEO van Sdu: “Om innovatie te laten slagen is samenwerking van groot belang.”
Als onderdeel van de Europese groep Lefebvre Sarrut zag Sdu de unieke mogelijkheid om in meerdere Europese landen te vergelijken hoever de juridische en fiscale dienstverlening anno 2019 al zijn op het gebied van innovatie. “Op deze manier willen we met de Lefebvre Sarrut groep een goede benchmark creëren voor het juridische domein in Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk en Spanje,” vertelt Sdu-CEO Sander de Groot over de achtergrond van het onderzoek. In totaal werden 46 innovators uit de verschillende landen geïnterviewd, terwijl bijna 1.500 respondenten deelnamen aan een enquête.
Als het gaat over het bewustzijn van de noodzaak om te innoveren, mag Nederland zich van deze landen de absolute koploper noemen, zo blijkt uit de studie. Liefst 97% van de Nederlandse advocatenkantoren die deelnamen aan het onderzoek beseft zeer goed dat innoveren noodzakelijk is voor een gezonde toekomst. Driekwart van hen zegt ook hier al actief mee aan de slag te zijn, of in ieder geval de mogelijkheden te onderzoeken. Voor belastingadviseurs ligt dit percentage iets lager, op 91%.
“Het goede nieuws is dat Nederland hier vergeleken met de andere landen echt stukken hoger op scoort,” zegt De Groot. “Ook is er in Nederland gemiddeld genomen meer kennis van de beschikbare technologieën, wat eveneens positief is. Wel loopt Nederland achter bij de daadwerkelijke implementatie van een aantal technologische innovaties, zoals bijvoorbeeld het implementeren van chatbots of smart contracts. Er is kortom een forse discrepantie tussen het besef van het belang en wat er daadwerkelijk gebeurt op de werkvloer.”
Die discrepantie is duidelijk te zien in een van de statistieken over in hoeverre kantoren al verschillende technologieën implementeren. Zoiets als de cloud is nagenoeg overal wel ingeburgerd, maar onderen anderen blockchain-, artificial intelligence- en zelfs e-discovery-toepassingen worden in zowel de advocatuur als de fiscaliteit nog nauwelijks gebruikt. En dat terwijl deze technologieën de legal- en taxsectoren de komende tien jaar op hun kop gaan zetten. Fiscalisten zijn al meer dan juristen gewend om met verschillende softwarepakketten te werken, zoals aangiftesoftware of boekhoudtools.
Esther van Doesburg en Sander de Groot
Kortetermijndoelen
Er blijken meerdere barrières te bestaan om tot de implementatie van technologie over te gaan. Zo gooien kortetermijndoelen, bijvoorbeeld omzettargets voor het lopende jaar, roet in het eten om nieuwe technologie te omarmen. “Daarom worden tools en software nog onvoldoende gebruikt en zijn nog maar weinig kantoren met blockchain, smart contracts en AI bezig,” concludeert De Groot op basis van de statistieken in het rapport. “Dat is zorgwekkend, want innovatie is nu eenmaal typisch iets dat een langere termijn beslaat. Ook is het voor veel kantoren een uitdaging om voldoende gekwalificeerde medewerkers te vinden die meekunnen met innovaties.”
Dit zijn ook weer geen typisch Nederlandse ontwikkelingen: er is een duidelijke Europese trend zichtbaar, zegt Esther van Doesburg. Zij is verantwoordelijk voor business development bij Sdu en vanuit Nederland betrokken bij het onderzoeksrapport. “De afzonderlijke landen worstelen met dezelfde vraagstukken die innovatie opwerpt, bijvoorbeeld op het gebied van talentmanagement of aanpassingen van het business- of organisatiemodel. Hoe zetten we nieuwe technologieën in en bereiden we onze organisaties voor op de toekomst, terwijl tegelijkertijd het klassieke partnermodel of uurtje-factuurtje nog steeds leidend zijn? Hoe veranderen we en houden we de winkel gedurende dit veranderingsproces open?” Wat Van Doesburg het meest verraste aan de onderzoeksuitkomsten: Nederlandse advocaten en fiscalisten zoeken vergeleken met hun Franse en Spaanse collega’s veel minder de samenwerking met andere partijen of collega-kantoren. Een derde van de Nederlandse advocatenkantoren geeft aan een samenwerkingsverband met een collega-kantoor of techbedrijf te zijn aangegaan voor de uitrol van technologie, en slechts 22% van de fiscale kantoren. In Spanje heeft 53% van de juridische kantoren een of meer samenwerkingspartners. “Ik had het vooraf niet durven voorspellen, maar in Spanje en Frankrijk bestaan veel meer samenwerkingsverbanden tussen kantoren onderling en met techpartners, waardoor je schaalbaarheid en efficiëntie kunt creëren,” schetst Van Doesburg. “Toch vreemd: Nederland is toch zo’n polderland waar we van alles met elkaar overleggen, maar blijkbaar niet als er een concurrerend kantoor in het spel is. Al blijft het gissen wat hiervan precies de achterliggende oorzaak is. Aan de andere kant loopt Nederland wel weer voorop in het vrijmaken van mensen binnen de eigen organisatie om nieuwe processen in te richten. Daar lopen andere landen weer in achter.” De Groot kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk partnerships met andere kantoren of externe leveranciers zijn. “Als Sdu stellen wij onszelf ook op als partner voor onze klanten. We praten samen veel over wat hen bezighoudt en helpen hen om te innoveren. Met één been in het bedrijf samen kijken naar hoe we nieuwe producten kunnen ontwikkelen die daadwerkelijke problemen van juristen en fiscalisten oplossen.”
Een samenwerking met meerdere partijen voor de ontwikkeling van een nieuwe fiscale softwareoplossing is hier een aansprekend voorbeeld van. De Groot: “We hebben 120 interviews gedaan met fiscaal professionals om hun werkprocessen goed in kaart te brengen. Op basis daarvan werken we nu met meerdere belastingadvieskantoren samen voor de ontwikkeling van een oplossing die adviesprocessen efficiënter en beter te volgen zal maken. Dit gaan we in de tweede helft van het jaar op de markt brengen. Het is typisch een vorm van co-creatie met de markt waar we erg trots op zijn.”
Openhartoperatie
Om juridische en fiscale kantoren aan te moedigen toch vooral de innovatiehandschoen op te pakken, doen de opstellers van de studie meerdere aanbevelingen. De Groot “Het allerbelangrijkste is om iets heel groots als innovatie niet in een keer te willen aanpakken. Het is een langdurig proces dat je het beste in kleine stapjes kunt uitvoeren, met multidisciplinaire teams, terwijl die stappen zo goed mogelijk worden afgestemd op de bedrijfsprocessen en de te bereiken doelen. Een openhartoperatie als het ware, zoals een van onze respondenten het omschrijft. Het gaat om bestaande processen geheel blootleggen en daarna in kleine stappen heel gerichte ingrepen doen, terwijl vertrouwde bouwstenen als het partnermodel op de schop gaan. Dat is de manier om succesvol met innovatie om te gaan.”
Voor meer informatie over het rapport: www.sdu.nl/innovatie.
‘Meerdere
Europese landen
worstelen met
de vraagstukken
die innovatie
opwerpt’